1.1 Inleiding
Energie toen vs nu
In het verleden werd elektriciteit voornamelijk opgewekt door kerncentrales en fossiele brandstoffen zoals steenkool en gas. Kernenergie zorgde voor een stabiele basislast, terwijl steenkool- en gascentrales snel konden aanpassen om schommelingen in de marktvraag op te vangen.
Door de overstap naar en opschaling van hernieuwbare energie gaan we een groenere toekomst tegemoet en verduurzamen we onze gemeenschap : we plaatsen steeds meer zonnepanelen en windmolens, we elektrificeren onze mobiliteit en verwarmen onze woningen met een warmtepomp.

De uitdaging
Dit gaat echter gepaard met één grote uitdaging: de productie van hernieuwbare energie is niet controleerbaar en is puur afhankelijk van natuurlijke elementen.
Er is veel zonne-energie als de zon schijnt en veel windenergie als het waait - logisch... maar wat als er op dat moment niet genoeg vraag is naar deze elektriciteit?
En wat als er veel vraag is terwijl er geen wind of zon is? Hoe voorzien we onze samenleving dan van groene energie?
Dit fenomeen heet onbalans, vraag en aanbod op ons elektriciteitsnet zijn niet meer in harmonie, het is uit balans, met allerlei gevolgen van dien.
De oplossing
Flexibiliteit is de sleutel: we moeten groene energie opslaan als er een overschot is om het te gebruiken als er een tekort is. Dit is nodig om onze energievoorziening verder te verduurzamen en een stabiele, betaalbare levering van groene stroom te garanderen.
(Thuis)batterijen kunnen deze functie perfect vervullen: ze kunnen een teveel aan geproduceerde hernieuwbare energie tijdelijk opslaan om later te gebruiken wanneer er een tekort is.
Wil je meer weten over de onbalans en de rol van flexibiliteit?
Lees hier ons uitgebreide artikel: Waarom hebben we flexibiliteit nodig?
.
⬅️ Vorige stap